Voedselverspilling

Check je voorraadkast, koelkast en vriezer voordat je boodschappen doet. Wat heb je nog in huis? Wat moet als eerste op? Je weet dan wat je écht nodig hebt deze week. Staat er nog een pak yoghurt in je koelkast? Of verloopt de datum van de zak roerbakgroenten bijna? Goed om hiermee rekening te houden. Je hoeft dan bijvoorbeeld maar één pak yoghurt mee te nemen en kunt dan vanavond die roerbakgroenten eten.

Zet restjes eten en aangebroken verpakkingen op een vaste plek in je koelkast. Zo zie je in één oogopslag wat als eerste op moet.

Maak een planning wat je deze week gaat eten en wie er mee-eten op welke dagen. Noteer dit eventueel in je agenda of in een weekplanner. Pas de planning aan als je onverwacht een dag niet thuis eet.
Doe je één keer per week boodschappen? Maak dan een weekmenu. Doe je voor een paar dagen boodschappen, bedenk dan voor die dagen wat je gaat eten. Door alvast op te schrijven wat je gaat eten, voorkom je dat je in de winkel te veel eten koopt. En daarmee voorkom je dat je eten moet weggooien omdat je het niet op tijd op krijgt.

Boodschappenlijstje met hoeveelheden
Schrijf per maaltijd op wat je nodig hebt en noteer dit op een boodschappenlijstje. Bijvoorbeeld: ‘spinazie 500 gram’ of ‘sperzieboontjes 400 gram’. Als je van alle producten opschrijft hoeveel je nodig hebt, koop je minder snel te veel. Met een boodschappenlijstje doe je ook minder snel impulsaankopen. Uit onderzoek blijkt dat mensen die altijd een boodschappenlijstje maken, tot wel 9 kilo voedsel van de afvalbak kunnen redden.

Kook precies op maat. Wie eten er vandaag allemaal mee? Wat is een goede portie? En hoeveel heb je in totaal dus nodig? Een keukenweegschaal kan handig zijn om af te wegen hoeveel je in de pan moet doen. Vooral bij pasta, rijst en couscous is het slim om de porties af te wegen. Deze producten zetten namelijk uit tijdens het koken. Rijst wordt ongeveer 2,5 keer groter en pasta 2 keer zo groot. Hiervan kook je al snel te veel.

Een handig hulpmiddel voor het op maat koken van pasta, rijst en couscous is het Eetmaatje. Op deze maatbeker staan porties in plaats van grammen. Je hoeft het Eetmaatje dus alleen maar te vullen met ongekookte pasta of rijst tot 1, 2, 3 of 4 porties en hebt dan meteen genoeg.

Door eten op de juiste plek en bij de juiste temperatuur te bewaren blijft het langer goed. Je hoeft dan minder snel iets weg te gooien. Sommige soorten groente en fruit blijven langer goed in de groentelade in je koelkast, en andere soorten juist buiten de koelkast. Brood kun je het beste bewaren in de zak, in een afgesloten trommel. Nog beter kun je brood invriezen en elke dag de boterhammen eruit halen die je nodig hebt. Ook groente en fruit kun je bewaren in de diepvries. Groente kun je het beste even blancheren (kort koken), fruit kun je gesneden in stukjes invriezen. Aardappelen, rijst, pasta en couscous kun je gekookt invriezen. In de vriezer blijft eten minimaal een maand goed. Kijk in de online Bewaarwijzer waar je een product het beste kunt bewaren en hoe lang het goed blijft.

Controleer regelmatig je koelkast en vriezer. Staan er producten in waarvan de datum bijna verstrijkt? Bedenk dan wanneer je ze op gaat eten, zodat je niks hoeft weg te gooien. Bederfelijke producten zoals vlees en vis hebben een ’te gebruiken tot’-datum (TGT). Deze kun je beter niet meer opeten na de datum, er kunnen dan namelijk bacteriën zijn uitgegroeid waar je ziek van wordt.

Producten zoals melk, yoghurt en kwark hebben een ’ten minste houdbaar tot’-datum (THT). Deze kun je vaak nog wel veilig eten kort na de datum. Zet je zintuigen in om het product te beoordelen. Kijk, ruik en proef een beetje of het nog goed is. Producten met een THT-datum die je ongekoeld bewaart, zoals ongekookte pasta en rijst, en blikken en potten groenten en bonen, kun je vaak maanden na de datum nog veilig eten. Bij fruit en groente zonder datum kun je ook je zintuigen gebruiken om het product te beoordelen.

Heb je restjes eten in huis? Zoals een stuk bloemkool, een halve citroen of een bodempje yoghurt? Bedenk dan wat je hiermee kunt maken. Op de receptensite en de receptenapp Slim Koken van het voedingscentrum kun je zoeken op ingrediënt. Voer een ingrediënt in en je vindt meteen een gerecht. Met restjes als groente, pasta, rijst, vlees, vis, peulvruchten, kruiden en een ei kun je altijd nog een lekkere maaltijd maken. Denk aan een soepje, salade, omelet of roerbakgerecht. Heb je wat over van je maaltijd? Vries het kliekje dan in voor een andere keer, bijvoorbeeld voor een avond dat je weinig tijd hebt om te koken omdat je gaat sporten. Verplaats het bakje de avond voordat je het gaat opeten van de vriezer naar de koelkast. De volgende dag meenemen als lunch is ook lekker.

Kijk hier voor meer tips over koken met restjes en kliekjes. Houd wekelijks een kliekjesdag of donder-niet-weg-dag om er zeker van te zijn dat je restjes en kliekjes opmaakt.